Het collectieve geschiktheidsniveau in kaart brengen
Pensioenfondsen hebben een belangrijke taak en een grote verantwoordelijkheid. Het gaat immers om de oudedagsvoorziening van de deelnemers. Wie dat goed wil doen, moet kennis van zaken hebben. En vooral ook weten hoe te handelen. Na certificering tot niveau B is de toepassing van die kennis in de praktijk de eerste stap. Vervolgens is het de uitdaging dat niveau over de volle breedte vast te houden. Hoe je weet of het bestuur nog steeds het juiste niveau heeft? Meten is weten, is niet voor niets het adagium.
De meeste pensioenfondsbesturen toetsen hun geschiktheid door middel van een geschiktheidsmatrix. Maar dat is een meting op basis van zelfreflectie. Niet alleen subjectief, ook erg lastig om te doen. “Veel pensioenfondsen worstelen daar jaarlijks mee. Hoe zorg je voor een meer geobjectiveerde meting? Iedereen volgt netjes de opleidingen op het juiste niveau. Daarna moet de kennis echter ook toegepast worden. Hoe borg je dat de bestuurders het niveau individueel daadwerkelijk bijhouden? En het pensioenfondsbestuur als geheel?”, zegt Everdine Kronenburg, adviseur pensioenfondsen bij SPO. “Een geschiktheidsmeting niveau B is de thermometer. Het levert de input voor het geschiktheidsjaarplan en de collectieve of individuele ontwikkelplannen.”
Het label van de ervaren bestuurder
Toetsing op niveau B gaat verder dan alleen het toetsen van verdiepende kennis van de begrippen en systemen. “Niveau A gaat over de juiste kennis van het product en de processen. Niveau B is meer het label van de ervaren bestuurder die weet hoe te handelen in situaties die wijzigen. Dat niveau is natuurlijk moeilijk om te toetsen en krijg je niet met alleen een paar multiple choice-vragen boven tafel”, vertelt Kronenburg. “Vandaar dat we samen met de sector een aantal objectieve methoden op papier hebben gezet en getoetst. De wensen? Het bestuur behoudt de verantwoordelijkheid om tot een oordeel te komen, de meting moet niet te kostbaar worden en een combinatie met leren wordt prettig gevonden.”
‘Niveau B kun je niet toetsen met alleen een paar multiple choice-vragen’
Gerichte rapportage op collectief niveau
De geschiktheidsmeting niveau B levert nu een gerichte rapportage op collectief niveau op. Bestuurders krijgen meer inzicht in hun eigen geschiktheid en het bestuur krijgt inzage in de sterktes en eventuele geschiktheidshiaten. “De geschiktheidsmeting bestaat uit een individuele online test met handvatten om te reflecteren op de eigen deskundigheid. Een interactieve spiegelsessie gericht op het eigen fonds onder begeleiding van een inhoudsexpert en procesbegeleider. En een rapportage met de conclusies en terugkoppeling op het proces”, legt Kronenburg uit.
“Naast deskundigheid is er ook aandacht voor gedragsaspecten, teamwork en countervailing power. En er is tijd om te leren. Leren van discussies, leren van elkaar en leren van de inhoudsexpert. De geschiktheidsmeting is een bewust moment. Een moment van positieve benadering. We eindigen daarom ook niet met een feedback-ronde, maar met een feedforward-ronde waarin collega’s worden uitgenodigd elkaar tips en tops te geven om de bestuurlijke kracht te vergroten.”
‘Een geschiktheidsmeting niveau B levert de input voor het geschiktheidsjaarplan en de ontwikkelplannen’
Verantwoordelijkheid blijft bij het bestuur
Met de geschiktheidsmeting wordt de stap van subjectief naar intersubjectief en objectief gemaakt. De resultaten uit de meting kunnen worden gebruikt voor het opstellen van het geschiktheidsjaarplan en de collectieve of individuele ontwikkelplannen. Daarnaast kunnen de resultaten als input dienen voor de jaarlijkse zelfevaluatie van de collectieve geschiktheid. “De verantwoordelijkheid blijft echter zoals gewenst bij het bestuur. SPO faciliteert puur de processen om tot een weloverwogen oordeel te komen”, benadrukt Kronenburg. “Een individueel assessment met een oordeel van SPO is uiteraard ook mogelijk, al is dat zeer breed en diepgaand waardoor het ook meer tijd kost.”